Studentenleed: "Al gauw kreeg ik intense spijt van deze opoffering..."
Het studentenleven zit vol fancy borrels, nieuwe vrienden en knappe scharrels. Toch is er ook een kant waar je geen foto's van ziet op Instagram en waar nauwelijks over gesproken wordt. In deze blog neem ik je mee naar de rauwe kant van het studentenleven. Ik noem het: studentenleed!
Nachtmerrie
De fietstocht van mijn huis naar het huis van de dealer leek een eeuwigheid te duren. Ondanks mijn rustige fietstempo ging mijn hart tekeer en mijn glibberige zweethanden klampten zich krampachtig vast aan het stuur. Vannacht had ik een nachtmerrie gehad over dit moment. In mijn droom woonde de dealer in een duistere buurt vol vervallen gebouwen. Nog voordat ik bij zijn huis kon aanbellen verscheen uit het niets een agressief blaffende pitbull. De hond sprintte op me af en net voordat hij zijn scherpe tanden in mijn kuit kon zetten, werd hij hardhandig teruggetrokken door een getatoeëerde arm. Ik keek op, recht in het nijdige gezicht van de dealer. Dikke kloppende aderen in zijn gezicht voorspelde zijn slechte humeur en hij schold me uit voor kuthoer omdat ik zijn hond boos had gemaakt. Met zijn opgepompte spieren, dreigende nektattoo en opgeschoren kapsel zag hij eruit als een man waar je geen problemen mee wilde krijgen. Ik wist niet hoe snel ik me uit de voeten moest maken. Hopelijk zou dit geen voorspellende droom worden.
Snoepen in de zon
Het was bijna zo ver. Over een paar dagen zouden we met de hele vriendengroep naar ons favoriete festival gaan. Het festival was op het strand. Er was goede muziek, zon, zee, strand. Maandenlang keken we er al naar uit. Om de festivalbeleving nóg leuker te maken zouden we drugs meenemen, en om de een of andere reden had ik mezelf opgeofferd om de snoepjes op te halen bij de dealer. Nu ik met lood in mijn schoenen onderweg was naar de dealer had ik intense spijt van deze opoffering.
Aangeharkte tuintjes
Het adres dat ik had gekregen bevond zich in een nette straat vol eengezinswoningen. Aangeharkte tuintjes waren gevuld met bakfietsen en rondslingerend speelgoed. Dit leek op geen enkele manier op de straat uit mijn droom. Ik kon me haast niet voorstellen dat hier een dealer woonde. Bij een van die nette huizen moest ik zijn. Met een trillende vinger drukte ik op de deurbel.
Een nette meneer
"Heyhoi! Jij bent vast Julia. Kom binnen, kom binnen." Een vriendelijke man deed de deur open. Hij had geen opgepompte spieren, geen nektattoo en niet eens een opgeschoren kapsel. In plaats daarvan zag hij eruit als een brave meneer met een negen-tot-vijf kantoorbaan. Hij leek een man die zijn zaakjes netjes op orde heeft en nooit ook maar iets illegaals zou doen. Ook de woonkamer zag er netjes en burgerlijk uit. Terwijl de man een zak snoepjes voor me pakte praatte hij over onschuldige koetjes en kalfjes. Hij was heel aardig en geïnteresseerd. Totaal niet wat ik mij had voorgesteld bij een dealer.
Argwaan
Verbouwereerd verliet ik het huis. Aan de ene kant was ik opgelucht dat ik niet was aangevallen door een opgefokte pitbull, aan de andere kant was ik teleurgesteld dat de hele situatie niet zo avontuurlijk was als ik had verwacht. En sindsdien vraag ik me sterk af achter welke voordeuren met aangeharkte voortuinen er zich nog meer drugswinkels bevinden.
Wil je meer van dit soort verhalen? Je vindt hier een overzicht van al mijn eerdere studentenleed-perikelen!